Table of Contents
Plastisch Getal
Architect Thomas Nix maakte deel uit van de Bossche School. Hij volgde tot 1952 bij Hans van der Laan de Cursus Kerkelijke Architectuur in Den Bosch. Hier ontwikkelde Van der Laan zijn bouwkundige filosofie rondom het plastische getal.
Het doel was om een stelsel maten te ontdekken dat zich onderling harmonieus verhield. In de kunst en architectuur was al zo'n maat bekend: de beroemde gulden snede. Deze werd echter alleen geschikt geacht voor (de verhouding tussen lengte en breedte) van platte, twee dimensionale voorwerpen. Men denke aan een schilderij of eventueel een aanzicht van een raam.
De architect werkt echter met een dikte van een wand, en de breedte en hoogte van een opening in die wand. Dat zijn drie maten in drie dimensies. Hoe moeten die d, b en h zich tot elkaar verhouden, om prettig en harmonieus aan te voelen voor de mens?
Van der Laan leidde af dat het plastisch getal (praktisch gelijk aan 4/3) de verhouding was die architect moest hanteren. De architect kon dan werken met een stelsel van maten:
naam | fractionele waarde | element = 3 m |
---|---|---|
klein element | 1 | 3 m |
groot element | 4/3 | 4 m |
klein stuk | 7/4 | 5.25 m |
groot stuk | 7/3 | 7 m |
klein deel | 3 | 9 m |
groot deel | 4 | 12 m |
klein geheel | 16/3 | 16 m |
groot geheel | 7 | 21 m |
toepassing
Stel, de architect kiest de muurdikte als het kleine element. Als de architect een rij ramen tekent, kan hij (bijvoorbeeld) kiezen voor een groot stuk als breedte van de ramen. Als breedte van de penant (tusses de ramen) kan hij (bijvoorbeeld) kiezen voor een klein deel. En als raamhoogte zou hij kunnen kiezen voor een klein geheel. Dit lijkt inderdaad de verhoudingen te zijn die Thomas Nix heeft gekozen voor de ramen in de Zuid- en Noordgevel van de Brederkerk. (De verhoudingen zijn niet exact; dit kan het gevolg zijn van de maten van de baksteen.)
Er mag geen enkele twijfel bestaan dat Nix het plastisch getal hanteerde voor de indeling van hoogte en breedte van de kerk als geheel. Hier nam hij 3 meter als klein element. Op zijn tekeningen zien we dan de volgende maten exact terug komen:
- breedte zijschepen: klein element (= 3 meter)
- breedte middenschip: groot deel (= 12 meter)
- hoogte van de gevelwand: klein stuk (= 5.25 meter)
- nokhoogte (inwendig): klein deel (= 9 meter)
- nokhoogte (uitwendig): groot deel (= 12 meter)
keuzen
Thomas Nix koos voor een beperkte toepassing van de maatverhouding van het plastisch getal. De Van der Laan stichting heeft een interactieve presentatie van het Huis Naalden dat Frans de la Cousine ontwierp. Hier werd de maatverhouding overal doorgevoerd.
Inderdaad wordt het beoogde doel bereikt: het Huis Naalden heeft een harmonie, die eigenlijk meer imponeert dan charmeert. Echter, om de maatverhouding goed herkenbaar te houden, kan de architect niet met detaillering werken. (Weliswaar zou die detaillering ook in de plastische maatverhouding kunnen worden uitgevoerd, maar de maten zouden dan visueel door elkaar gaan lopen.) Dus moet de architect zich beperken tot een "blokkendoos-architectuur".
Hoewel de maatverhouding in de Brederkerk niet zo rigoreus zijn doorgevoerd, heeft ook dit gebouw al iets blokkerigs.
